Concurrentiebeding vernietigd ondanks investeringen door interne training

avatar

Concurrentiebeding ondanks investering door interne training in werknemer vernietigd Amsterdam advocaat

 

 

 

 

 

 

Non-concurrentiebeding en het recht op vrije arbeidskeuze: waar let de rechter op?

Onze advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht in Amsterdam mr. Snijders adviseert over non-concurrentiebeding en het recht op vrije arbeidskeuze. Een concurrentiebeding houdt niet altijd stand bij de kantonrechter, vooral als de werknemer kan aantonen dat het belang bij een andere baan groter is dan het belang dat de werkgever heeft bij het handhaven van het concurrentiebeding. Het heeft dus soms zin om een concurrentiebeding bij de rechter om die reden aan te vechten.  Rechtbank Utrecht heeft op 6 februari 2019 geoordeeld dat een werknemer door zijn concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld. Werknemer was, na zijn stageperiode bij werkgever, op 1 mei 2018 in dienst getreden bij werkgever in de functie van Software Engineer. Op 8 augustus 2018 kondigde hij aan dat hij naar een ander bedrijf wilde. Daarop  vorderde de werkgever in kort geding nakoming van het concurrentiebeding.

Tekst concurrentiebeding

Het concurrentiebeding luidde als volgt.

Het is Werknemer verboden om tijdens en binnen een tijdvak van twaalf maanden na beëindiging van de dienstbetrekking op directe of indirecte wijze tegen of zonder vergoeding werkzaamheden te verrichten voor of bij klant(en) of relaties van Werkgever, waarbij onder relaties tevens wordt begrepen partijen waarbij of waarvoor Werknemer in het kader van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst is ingezet via [eiseres] of via een derde.

Hiernaast is het Werknemer verboden om binnen een tijdvak van twaalf maanden na de beëindiging van de dienstbetrekking op directe of indirecte wijze tegen of zonder vergoeding werkzaamheden te verrichten die in directe concurrentie staan met de werkzaamheden van [eiseres] . Dit verbod is eveneens van toepassing voor klanten, relaties en concurrenten van [eiseres] die zouden kunnen profiteren van vertrouwelijke of zakelijke of technische informatie die voor Werknemer toegankelijk is geweest. Bij iedere schending of overtreding van deze bepaling wordt Werknemer een direct opeisbare boete verschuldigd, van vijftienduizend euro’s ( € 15.000,-) en bovendien van één duizend euro’s (€ 1.000,-) per dag of gedeelte daarvan dat Werknemer in strijd handelt met het vorenstaande en onverminderd het recht van Werkgever om onmiddellijke stopzetting van de overtreding en/of volledige schadevergoeding te eisen.”

Concurrenten in software-oplossingen en IT-professionals

Allereerst oordeelde de kantonrechter dat kantonrechter werkgever en bedrijf X kunnen worden beschouwd als concurrenten omdat zij zich bezighouden met software-oplossingen door het ter beschikking stellen van IT-professionals. De activiteiten van beide bedrijven zijn op zijn minst ‘aanverwant’. Er is dan ook een overtreding van het concurrentiebeding door bij die concurrent in dienst te treden.

Concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk vernietigen

De werknemer vroeg de kantonrechter toen om zijn concurrentiebeding (op grond van artikel 7:653 lid 3 sub b BW) geheel of gedeeltelijk te vernietigen omdat de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld. De advocaat van werkgever voerde hiertegen het volgende aan:

  • dat werkgever zijn bedrijfsdebiet moest beschermen,
  • dat de werknemer kennis draagt van bedrijfsgeheimen en persoonlijk contact heeft (gehad) met klanten en relaties
  • en dit alles ter bescherming van gedane investeringen (zoals opleiding)

Grondwettelijke recht op vrije arbeidskeuze

De advocaat van de werknemer deed een beroep op de bescherming van zijn grondwettelijke recht op vrije arbeidskeuze, waarbij hij elementen aanvoerde als:

  • positieverbetering,
  • duur van het dienstverband
  • en de mate waarin de werknemer door het concurrentiebeding benadeeld wordt bij het vinden van een passende werkkring

Belang dat de wetgever beoogt te beschermen met het concurrentiebeding

De kantonrechter is van oordeel dat de werknemer een schoolverlater is en nauwelijks zijn interne training bij werkgever heeft gevolgd. Ook is hij nooit gedetacheerd geweest of aan een klant ter beschikking gesteld. Er bestaat volgens de kantonrechter dan ook geen risico dat werkgever door het vertrek van werknemer klanten aan de concurrent zal verliezen. Verder overwoog de kantonrechter dat het uiteraard jammer is als een investering zich niet ‘uitbetaalt’ doordat een opgeleide werknemer al snel het bedrijf verlaat, maar dat daarmee is dat nog niet een belang dat de wetgever heeft beoogt te beschermen met het concurrentiebeding.

Dat een investering in een werknemer (of anderszins) niet het beoogde resultaat oplevert is een risico dat hoort bij het werkgeverschap.

Belang concurrentiebeding zeer beperkt

De kantonrechter concludeert dat het door het concurrentiebeding te beschermen belang zeer beperkt is. Het belang van de werknemer om onbelemmerd gebruik te kunnen maken recht op vrijheid van arbeidskeuze weegt zwaarder. Handhaving van het concurrentiebeding daarom een onbillijke benadeling van werknemer.

Raadpleeg onze ervaren advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht in Amsterdam voor juridisch advies over concurrentiebeding.

Concurrentiebeding ondanks investering door interne training in werknemer vernietigd Amsterdam zonder opzegmogelijkheid (tussentijds opzegbeding) Advocaat Arbeidsrecht Advocaat Arbeidsrecht AmsterdamContact met advocaat arbeidsrecht Amsterdam over (vernietigen) concurrentiebeding

Zoekt u betrokkenheid en een direct, persoonlijk contact met een ervaren specialist arbeidsrecht in Amsterdam? Bel onze gespecialiseerde advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht voor vragen en juridisch advies over arbeidsrecht, ontslag, concurrentiebeding en alle andere arbeidsrechtelijke onderwerpen.

Call Now Button