Wijzigingen arbeidsrecht 1 januari 2019
Per 1 januari 2019 wijzigt het arbeidsrecht op een aantal punten. De belangrijkste wijzigingen zijn de verhoging van de transitievergoeding en de versoepeling van de kleine-werkgevers-regeling.
1. Verhoging transitievergoeding 1 januari 2019
De transitievergoeding wordt per 1 januari 2019 verhoogd. De maximale transitievergoeding was in 2018 79.000 euro bruto en in 2017 77.000 euro bruto. Het maximumbedrag wordt per 1 januari 2019: € 81.000, Bij een jaarsalaris hoger dan 81.000 euro, bedraagt de transitievergoeding maximaal 1 bruto jaarsalaris.
Een transitievergoeding is verschuldigd als:
- de arbeidsovereenkomst tenminste 24 maanden heeft geduurd en
- de arbeidsovereenkomst door de werkgever is opgezegd of op verzoek van de werkgever is ontbonden
- dan wel indien de arbeidsovereenkomst van rechtswege is geëindigd en op initiatief van de werkgever niet is voortgezet.
Wordt een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden beëindigd, dan is geen transitievergoeding verschuldigd, maar de werknemer kan als voorwaarde stellen dat de werkgever de transitievergoeding (of een hogere ontslagvergoeding) betaalt.
2. Versoepeling ‘kleine-werkgevers-regeling’, artikel 7:673d BW:
Voor werkgevers met minder dan 25 werknemers is het toegestaan om bij bedrijfseconomisch ontslag een lagere transitievergoeding te betalen. Als een werkgever aan de criteria van de overbruggingsregeling voldoet, mag het deel van het dienstverband van vóór 1 mei 2013 niet meerekenen voor de transitievergoeding.
Per 1 januari 2019 gelden hiervoor de volgende voorwaarden:
- een werkgever dient een ontslagaanvraag in vanwege een slechte financiële situatie, eventueel gecombineerd met andere bedrijfseconomische redenen;
- de werkgever heeft (eventueel samen met andere ondernemingen in een groep) gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst. Het gaat hierbij om de periode van 1 juli tot en met 31 december, in het jaar voordat de ontslagaanvraag is ingediend;
- Het gemiddelde netto resultaat, over de 3 boekjaren voor het jaar waarin de ontslagaanvraag is ingediend, is lager dan 0;
- De waarde van het eigen vermogen is niet hoger dan 15% van uw totale vermogen aan het einde van het boekjaar. Het gaat dan om het boekjaar voor het boekjaar waarin de ontslagaanvraag is ingediend;
- De waarde van de vlottende activa was lager dan uw schulden, aan het einde van het boekjaar voor het boekjaar waarin de ontslagaanvraag is ingediend. Het gaat daarbij om schulden met een resterende looptijd van maximaal 1 jaar.
Contact met advocaat arbeidsrecht Amsterdam
Zoekt u betrokkenheid en een direct, persoonlijk contact met een ervaren specialist arbeidsrecht in Amsterdam? Bel onze gespecialiseerde advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht voor vragen en juridisch advies over arbeidsrecht, ontslag, en andere arbeidsrechtelijke onderwerpen.