Wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen in de eindafrekening bij een vaststellingsovereenkomst

avatar

Wat zijn wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen?

wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen Advocaat Amsterdam jurist arbeidsrecht

 

Onze advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht in Amsterdam geeft juridisch advies over wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Dat is bijvoorbeeld van belang voor de eindafrekening bij ontslag middels een vaststellingsovereenkomst of bij een andere vorm van ontslag.

Wettelijke vakantiedagen

Wat zijn wettelijke vakantiedagen? Elke werknemer heeft per jaar wettelijk recht op 4 keer het aantal uren aan vakantie dat hij per week werkt. Bij een volledige werkweek van 40 uur heeft hij recht op 160 uur vakantie, oftewel 20 vakantiedagen per jaar.

Bovenwettelijke vakantiedagen

Wat zijn bovenwettelijke vakantiedagen? Alles wat boven de 20 dagen aan vakantie uitkomt, geldt als een bovenwettelijke vakantiedag. Dit is o.a. van belang bij de eindafrekening na het dienstverband, bijvoorbeeld bij een vaststellingsovereenkomst. De vraag is dan wat de werkgever aan de werknemer aan openstaande vakantiedagen moet uitbetalen.

Vervaltermijn van 6 maanden voor wettelijke vakantiedagen

De wettelijke vakantiedagen, dus meestal de 20, vervallen in principe 6 maanden na het einde van het jaar waarin deze vakantiedagen zijn ontstaan. Deze korte vervaltermijn moet medewerkers te stimuleren om de wettelijke vakantiedagen tijdig op te nemen. Dat is van belang, omdat deze vakantiedagen bedoeld zijn om uit te rusten van het werk. Zo kan een werkgever uitval bijvoorbeeld wegens ziekte voorkomen. Het is dan ook de bedoeling dat de werknemer echt vakantie neemt.

Verjaringstermijn van 5 jaar voor bovenwettelijke vakantiedagen

De bovenwettelijke vakantiedagen vervallen later, pas 5 jaar na afloop van het jaar waarin de verlofdagen zijn ontstaan. Voorbeeld: bovenwettelijke vakantiedagen die in 2019 zijn opgebouwd, moeten vóór 1 januari 2025 zijn opgenomen.

Werknemer mag verjaring stuiten

De werknemer mag deze verjaringstermijn verlengen (‘stuiten’). In dat geval gaat na de stuitingshandeling, meestal een aangetekende brief, een nieuwe verjaringstermijn van 5 jaar in.

Mogelijkheid om vakantie op te nemen

Tot voor kort was de regel dat de verjaringstermijn van zes maanden alleen niet alleen van toepassing is:

  • als de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest
  • om de wettelijke verjaringstermijn in acht te nemen.

Dit is bijvoorbeeld het geval bij een volledig arbeidsongeschikte werknemer die volledig was vrijgesteld van de verplichting tot reïntegratie. Die kan dus in redelijkheid geen vakantie nemen.

Europese Hof van Justitie: informatieplicht voor werkgever

In november 20189 oordeelde het het Europese Hof van Justitie dat een werkgever echt de mogelijkheid moet hebben gehad om zijn vakantie met behoud van loon jaarlijks op te nemen. De werkgever moet de werknemer zelfs aangemoedigd om zijn vakantie daadwerkelijk op te nemen.

Bovendien moet een werkgever de werknemer er tijdig en nauwkeurig van op de hoogte stellen als hij zijn niet-opgenomen vakantiedagen verliest. Doet de  werkgever dit niet, of kan hij niet kan bewijzen dat de werkgever dit heeft gedaan, dan zal de werknemer zijn vakantierechten behouden, ondanks dat de verjaringstermijn is verstreken. Dat betekent dat de werkgever ook een informatieplicht heeft jegens de werknemer over de niet-gebruikte vakantiedagen.

wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen Advocaat Amsterdam jurist arbeidsrecht Contact met advocaat arbeidsrecht in Amsterdam over wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen

Zoekt u betrokkenheid en een direct, persoonlijk contact met een ervaren specialist arbeidsrecht in Amsterdam? Bel onze gespecialiseerde advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht voor vragen en juridisch advies over arbeidsrecht, wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen en andere arbeidsrechtelijke onderwerpen.

 

[ratings]

Call Now Button