In een uitspraak van rechtbank Rotterdam is beslist dat een werkgever niet terug mag komen op een door de advocaat van de werkgever opgestelde vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de beëindigingsovereenkomsten moet worden beschouwd als vaststellingsovereenkomst. Dit betekent dat beide partijen hebben ingestemd met een definitieve regeling van hun geschil, en dat zij elkaar finale kwijting hebben verleend voor alle aangelegenheden die betrekking hebben op de arbeidsovereenkomsten en de beëindiging daarvan.
Verbod nevenwerkzaamheden
De werknemers, in deze zaak bijgestaan door advocaat mr. Snijders, traden respectievelijk op 14 oktober 2019 en 8 januari 2018 in dienst bij de werkgever een schoonmaakbedrijf. Op 23 januari 2021 sloten zij een aanvullende overeenkomst waarin nevenwerkzaamheden verboden werden.
Vaststellingsovereenkomst
Op 29 juli 2022 sloten werkgever en werknemers beëindigingsovereenkomsten waarin onder andere een vergoeding van € 2.250,- voor rechtsbijstand werd opgenomen. Later ontdekte de werkgever dat de werknemers tijdens hun dienstverband nevenwerkzaamheden hadden verricht, wat in strijd was met de overeenkomst. Daarop vorderde de werkgever gedeeltelijke vernietiging van de beëindigingsovereenkomsten en betaling van een boete.
Dwaling en vaststellingsovereenkomst
De werkgever had geprobeerd om de beëindigingsovereenkomsten gedeeltelijk te vernietigen op grond van dwaling, omdat zij niet op de hoogte was van de nevenwerkzaamheden van de 2 werknemers tijdens hun dienstverband. Echter, in de beëindigingsovereenkomsten was expliciet door de advocaat van de werkgever opgenomen dat partijen geen beroep zullen doen op dwaling of andere wilsgebreken. Hierdoor heeft de werkgever haar recht om de overeenkomsten op grond van dwaling te vernietigen prijsgegeven, aldus de kantonrechter.
Finale kwijting en vaststellingsovereenkomst (VSO)
In de beëindigingsovereenkomsten was bepaald dat partijen elkaar finale kwijting verlenen voor alle aangelegenheden, inclusief het nevenwerkzaamhedenbeding. Dit betekent dat de werkgever geen beroep meer kan doen op schending van dit beding door de werknemers. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de nevenwerkzaamheden van de werknemersniet als een volwaardig dienstverband kunnen worden beschouwd en dat zij geen negatieve invloed hadden op hun werk bij de werkgever.
Omdat de werkgever ongelijk heeft gekregen in deze zaak, moet zij de proceskosten betalen. De kantonrechter heeft de kosten begroot op € 1.765,-.
Contact met een ervaren arbeidsrechtadvocaat in Amsterdam over vernietiging van een VSO
Zoek je betrokkenheid en een direct, persoonlijk contact met een ervaren specialist arbeidsrecht in Amsterdam? Bel onze gespecialiseerde advocaten arbeidsrecht en ontslagrecht voor vragen en juridisch advies over arbeidsrecht, zoals het achteraf vernietigen van een vaststellingsovereenkomst.