Weigering bloedtest werkweigering?

avatar

Weigering bloedtest werkweigering AmsterdamWerkweigering

Een werknemer kan op staande voet worden ontslagen

  • als hij hardnekkig weigert te voldoen aan
  • ‘redelijke bevelen of opdrachten, hem door of namens de werkgever verstrekt’.

Weigering bloedonderzoek

Valt hier ook onder het niet-meewerken aan een bloedonderzoek? De Hoge Raad heeft hier op 30 oktober 2015 een uitspraak over gedaan.

Principieel

De werknemer was bij G4S in dienst als brandwacht. Daarvoor moest hij een ‘brandweerkeuring’ ondergaan. Deel daarvan was een bloedonderzoek betreffende loodblootstelling, een zogenaamde loodkeuring. Werknemer had op principiële gronden deze bloedtest geweigerd, waarna hij op non actief is gesteld. Daarop heeft hij zich ziek laten melden. De werkgever beschouwde de weigering om de loodkeuring te ondergaan als werkweigering en ontsloeg hem op staande voet.

Ontslag op staande voet

De werknemer vorderde bij de rechtbank

  • een verklaring dat het ontslag ongeldig was
  • en doorbetaling van zijn salaris.

De kantontrechter oordeelde het ontslag terecht was gegeven omdat een professionele, geschoolde brandwacht moet meewerken aan maatregelen om zijn gezondheid te beschermen en te inventariseren of er risico’s op beroepsziekten bestaan. De enig denkbare uitzondering zou een gewichtige medische reden kunnen zijn, aldus de rechtbank.

Redelijke opdracht

Werknemer was het daar niet mee eens en ging in hoger beroep bij het hof ’s-Hertogenbosch. Het hof was het met de rechtbank eens dat er sprake was van

  • een gegeven bevel of opdracht die redelijk was,
  • afgezet tegen het belang van de werkgever had
  • en de bezwaren van de werknemer.

G4S was door haar opdrachtgever verplicht om de bloedtest op te leggen en de werknemer moest daar naar redelijkheid aan meewerken, omdat ook hij daar zelf belang bij had.

Persoonlijke levenssfeer

De werknemer ging in cassatie bij de Hoge Raad. Daar kreeg de werknemer op 30 oktober 2015 ongelijk. Volgens het advies van het OM had de werknemer geen steekhoudend argument naar voren gebracht. Hij was fysiek in staat om de redelijke opdracht op te volgen. Het beroep van werknemer op het grondrecht van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam was onvoldoende, omdat deze inbreuk (de bloedproef)

  • een legitiem doel dient
  • en een geschikt middel is om dat doel te bereiken.

Ook de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer was

  • evenredig in verhouding tot het belang van de werkgever,
  • temeer omdat dat doel niet op minder ingrijpende wijze kon worden bereikt,
  • zoals met een urinetest.

Het verzoek was daardoor ook proportioneel en het gegeven ontslag wegens werkweigering op staande voet terecht.

advocaat-ontslag-amsterdam

Call Now Button