Bij een vaststellingsovereenkomst (vso) mag een werknemer altijd 14 dagen nadenken of hij deze regeling wel wil. Binnen die 14 dagen mag de werknemer er vanaf zien, dan herleeft de arbeidsovereenkomst. Dat staat gewoon in de wet, artikel 7:670b lid 2 BW:
“Indien de arbeidsovereenkomst door middel van een schriftelijke overeenkomst wordt beëindigd, heeft de werknemer het recht om deze overeenkomst zonder opgaaf van redenen, binnen veertien dagen na de datum waarop de overeenkomst tot stand is gekomen, door een schriftelijke, aan de werkgever gerichte, verklaring te ontbinden“.
Bedenktermijn bij een VSO
Het doel van de bedenktermijn bij een vaststellingsovereenkomst is om te voorkomen dat de werknemer onder druk van de werkgever instemt, terwijl hij onvoldoende heeft kunnen overzien welke gevolgen de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor hem heeft. Ook biedt dit de mogelijkheid voor de werknemer om juridisch advies in te winnen.
Schriftelijk overeenstemming is bereikt
Het gaat erom wanneer schriftelijk overeenstemming is bereikt. In de rechtspraak is al uitgemaakt dat met mededelingen per Whats-app en met akkoordverklaringen per e-mail voldaan kan worden aan het schriftelijkheidsvereiste.
Moment waarop de vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen
Het gedeelte: “waarop de vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen” leidt in de praktijk wel eens tot problemen. Wat bijvoorbeeld als partijen het op 1 november schriftelijk met elkaar al eens worden over de belangrijkste onderdelen en later, op 10 november, tekenen? Begint de wettelijke bedenktermijn dan pas op de 10e te lopen? Veel mensen gaan daarmee de fout in.
Ondubbelzinnig en zonder het maken van een voorbehoud akkoord
Vaak komt een vaststellingsovereenkomst tot stand door e-mails tussen de advocaten.
Rechtbank Rotterdam heeft bijvoorbeeld uitgemaakt dat een werkneemster in zo’n geval te laat een beroep op wettelijke bedenktermijn had gedaan. In die zaak hadden partijen onderhandeld over de vaststellingsovereenkomst. De gemachtigde van werkneemster was volgens de rechter op 20 februari 2024 ondubbelzinnig en zonder het maken van een voorbehoud akkoord gegaan met tekst en inhoud van die overeenkomst. De kantonrechter vond dat op die dag, 20 februari 2024 dus, de bedenktermijn van veertien dagen als bedoeld in artikel 670b lid 2 Burgerlijk Wetboek is gaan lopen.
Werkneemster had op 6 maart 2024 een beroep gedaan op de bedenktermijn en de vaststellingsovereenkomst toen willen ontbinden. Dat was dus te laat, want buiten de termijn van veertien dagen.
Oudere uitspraken
Er zijn wel andere uitspraken hierover gedaan, maar die worden tegenwoordig niet meer gevolgd. In die oudere uitspraken was vermeld dat de wettelijke bedenktermijn van veertien dagen pas gaat lopen op het moment dat werknemer een handtekening zet. Die rechtspraak is inmiddels achterhaald.
Essentialia van de beëindiging van de arbeidsrelatie
Het gaat erom dat schriftelijk overeenstemming is bereikt over “de essentialia van de beëindiging van de arbeidsrelatie”. Dat kan het geval zijn bij een
- concept-beëindigingsovereenkomst,
- of bij vastlegging van de belangrijkste afspraken per mail.
Dan is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste. Zijn daardoor de afspraken over de beëindigingsovereenkomst kenbaar en akkoord voor de werknemer, dan begint op dat moment de bedenktermijn te lopen: de datum waarop de overeenkomst tot stand is gekomen.
Contact met onze advocaat arbeidsrecht de bedenktermijn bij een vaststellingsovereenkomst
Voor meer informatie over over de bedenktermijn bij een vaststellingsovereenkomst kunt u contact opnemen met onze advocaat arbeidsrecht in Amsterdam mr. Paul Snijders: 020-5221999.