VVE mag short stay verbieden

avatar

Sector kanton Rechtbank Haarlem heeft op 31 januari 2013 beslist dat een vereniging van eigenaren het gebruik van ‘short stay’ aan haar leden mag verbieden. Onder short stay wordt verstaan het in gebruik geven van woonruimte voor hotel- en/of bed-and-breakfastactiviteiten, korter dan één maand. Reden voor het verbod was de overlast die de andere appartementseigenaren van de (meestal) toeristen ondervonden.  De kantonrechter wees het verzoek van de appartementseigenaar om dit besluit te vernietigen af, omdat ‘short stay’ niet voldoet aan ‘het gebruik overeenkomstig de bestemming’ zoals voorgeschreven in de splitsingsakte.

De rechtbank overwoog:

Splitsingsakte

‘Bij de uitleg van artikel 17 lid 4 van het modelreglement: “Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht het privé gedeelte te gebruiken overeenkomstig de daaraan nader in de akte te geven bestemming (…) komt in beginsel doorslaggevende betekenis toe aan de betekenis van de bewoordingen van de bepaling onder g. van de splitsingsakte dat het appartement is ‘bestemd als woning’. Wonen is naar het oordeel van de kantonrechter het hebben van duurzaam verblijf.

Tussen partijen is niet in geschil dat [verzoeker] één tot twee keer per maand het appartement voor een aantal dagen tegen betaling in gebruik geeft aan derden.
[verzoeker] verblijft dan zelf niet in het appartement; hij geeft de gebruikers een recht van uitsluitend gebruik en doet gedurende die periodes afstand van zijn eigen gebruiksrecht. De derden aan wie [verzoeker] het appartement op de hiervoor omschreven wijze in gebruik geeft, moeten worden aangemerkt als gebruiker in de zin van artikel 1 sub g. van het modelreglement en de wet, dus degenen die de bevoegdheid van uitsluitend gebruik hebben, met andere woorden het recht van gebruik met het recht om anderen het gebruik te ontzeggen.

Gebruik overeenkomstig de bestemming

Nu in het onderhavige geval sprake is van een commerciële exploitatie en kort verblijf (short stay) op regelmatige basis van een appartement met de bestemming woning, voldoet de “short stay formule” van [verzoeker] niet aan ‘gebruik overeenkomstig de bestemming’ en is sprake van een gebruik in strijd met de splitsingsakte. Niet relevant is of [verzoeker] toestemming van de gemeente Amsterdam heeft voor exploitatie van zijn appartement voor (beperkte) short stay’.

Hof Amsterdam

Gerechtshof Amsterdam heeft eerder, op 25 september 2012, uitgemaakt dat dit anders ligt als een appartement door de eigenaar zelf wordt gebruikt, bijvoorbeeld als pied-à-terre. Dat betekent dat hij het van tijd tot tijd gebruikt als verblijfplaats voor zichzelf. Het ‘daarnaast met enige regelmaat voor tamelijk korte tijd ter beschikking aan derden’, overschrijdt naar het oordeel van het hof niet de grenzen van hetgeen valt onder “gebruik overeenkomstig de bestemming woonruimte”. Uit de stellingen van de VvE kan immers ‘niet worden afgeleid dat de eigenaar zo weinig in het appartement verblijft en het in die mate commercieel exploiteert door middel van betaald kortstondig verblijf dat niet meer gesproken kan worden van dergelijk gebruik’.

Voor vragen over short stay kunt u zich wenden tot een van onze advocaten.

Call Now Button