Wat gebeurt er als een werknemer weigert een vaststellingsovereenkomst te tekenen?

avatar

beeindigingsovereenkomst vaststellingsovereenkomst ontslag weigeren bedenktermijn advies advocaat Amsterdam

Een beëindigingsovereenkomst / vaststellingsovereenkomst is een overeenkomst tussen een werknemer en een werkgever die samen ermee instemmen om het dienstverband te beëindigen onder bepaalde voorwaarden. Bij deze vorm van ontslag staat meestal een advocaat (gemachtigde) gespecialiseerd in het arbeidsrecht de werknemer bij. Deze advocaat mag namens namens de werknemer instemmen met een vaststellingsovereenkomst. Wat gebeurt er als de werknemer ondanks dit akkoord vervolgens weigert om de beëindigingsovereenkomst te tekenen? 

Onze advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht in Amsterdam geeft juridisch advies over beëindigingsovereenkomst / vaststellingsovereenkomst.

Vaststellingsovereenkomst: overeenstemming tussen de advocaten geldt als handtekening?

Is de vaststellingsovereenkomst dan toch geldig omdat er tussen de advocaten al overeenstemming bestond? En per wanneer begint, als de advocaten het eens zijn, voor de werknemer de wettelijke bedenktermijn van 14 dagen te lopen? Na instemming van de advocaat-gemachtigde of pas na ondertekening van de beëindigingsovereenkomst door de werknemer?

De rechtspraak geeft hier duidelijkheid over.

Werknemer weigert vaststellingsovereenkomst te tekenen

In een zaak tussen een werkneemster en werkgever was er onduidelijkheid ontstaan over de vraag of de werkneemster gebonden is aan een beëindigingsovereenkomst / vaststellingsovereenkomst waarmee haar gemachtigde (advocaat) namens de werkneemster instemde op 29 augustus 2019. De werkneemster heeft namelijk zelf later, op 12 september 2019, uitdrukkelijk geweigerd de beëindigingsovereenkomst / vaststellingsovereenkomst bij haar werkgever te tekenen toen zij er achter kwam dat het afscheid niet op haar werk zelf zou zijn.

Weigering vaststellingsovereenkomst te tekenen verwijtbaar?

De werkgever was er van overtuigd dat er toch een beëindigingsovereenkomst / vaststellingsovereenkomst tot stand was gekomen. Immers, de gemachtigde (advocaat) van de werkgever was het namens zijn cliënt de werknemer met het ontslag eens. De werkgever vraagt later alsnog om ontslag bij de rechtbank. Door het weigeren van ondertekening door de werkneemster vreest de werkgever dat hij daardoor een bijdrage van de Stichting Participatiefonds in de WW-uitkeringslasten misloopt en die uitkeringslasten geheel uit eigen middelen zal moeten voldoen.Dit is volgens de werkgever ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van de werkneemster en daarom heeft de werkgever belang bij een beslissing van de kantonrechter omtrent het einde van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst.

De werkneemster beroept zich er op dat zij binnen haar 14 dagen bedenktijd vanaf de instemming van haar gemachtigde, de overeenkomst ontbonden heeft en dus toch niet gebonden is aan de beëindigingsovereenkomst / vaststellingsovereenkomst.

De rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat de werkneemster gelijk had. In artikel 7:670b van het Burgerlijk Wetboek is geregeld dat een werknemer het recht heeft om een beëindigings-overeenkomst / vaststellingsovereenkomst te ontbinden zonder opgaaf van reden schriftelijk binnen een termijn van 14 dagen na datum waarop de overeenkomst tot stand is gekomen. Tevens is deze bedenktijd ook opgenomen in de beëindigingsovereenkomst / vaststellingsovereenkomst. De argumenten van de rechtbank waren als volgt:

  • Het weigeren van ondertekening door de werkneemster kan volgens de rechter niet anders worden opgevat dan dat de werkneemster tijdig een beroep deed op deze bedenktijd.
  • De werkgever kon en mocht er in deze situatie niet op vertrouwen dat de beëindigingsovereenkomst / vaststellingsovereenkomst alsnog tot stand was gekomen.
  • Ook was tijdens het ondertekenen van de beëindigingsovereenkomst / vaststellingsovereenkomst haar gemachtigde niet aanwezig.
  • Hierdoor kan in alle redelijkheid niet worden tegengeworpen dat zij deze weigering niet schriftelijk heeft gedaan.

Een ontbinding op de e-grond (verwijtbaar gedrag) is in deze situatie dan ook niet aan de orde. De werkneemster is namelijk niet verwijtbaar geweest door het niet ondertekenen van de overeenkomst, waardoor er van de werkgever gewoon kan worden verwacht de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Daarbij dient ook rekening geworden gehouden met het feit dat de werkgever niet verzocht heeft bij een eventuele ontbinding om de in de beëindigingsovereenkomst vermelde vergoedingen.

Werknemer mag vaststellingsovereenkomst ontbinden

Conclusie is dat het de werkneemster vrij stond om de beëindigingsovereenkomst niet te tekenen en zonder reden te ontbinden/beëindigen. De werkgever mag dit de werkneemster dan ook niet verwijten. Uiteindelijk is arbeidsovereenkomst beëindigd op grond van artikel 6:671b lid 9 sub a BW en heeft de werkneemster een ontslagvergoeding gekregen.

Werknemer herroept instemming met beëindigingsovereenkomst

In een andere uitspraak van de rechtbank Den Haag is een loonvordering van een werkneemster afgewezen. De werkneemster was er van overtuigd dat de vaststellingsovereenkomst/ beëindigingsovereenkomst niet tot stand was gekomen door dat deze niet ondertekend was. Om deze reden zou de werkneemster haar werk moeten kunnen hervatten en recht hebben op loon. Volgens haar kan de tussen de beide gemachtigden e-mailwisseling niet worden gezien als “een overeenkomst, waarmee de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd’’. De laatste concept-beëindigingsovereenkomst die is opgesteld door de werkgever dateert van 15 februari 2016. Eén dag later heeft de werkneemster via haar gemachtigde haar instemming herroepen. De werknemer is hiermee overtuigd van het feit dat zij nog binnen haar 14 dagen bedenktermijn is.

Is e-mailwisseling tussen advocaten een vaststellingsovereenkomst?

De werkgever aan de andere kant meent dat de e-mailwisseling tussen de advocaten wel moet worden beschouwd als een vaststellingsovereenkomst, waarmee de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Het staat volgens de werkgever namelijk vast dat partijen met:

  • de toezending van de beëindigingsovereenkomst,
  • de correspondentie die daarop is gevolgd
  • en het akkoord dat daarop uitdrukkelijk namens de werknemer is gegeven door de gemachtigde,

schriftelijk overeenstemming hebben bereikt over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en de daarbij behorende voorwaarden. Om deze reden zou de bedenktermijn van 14 dagen op 29 januari 2016 zijn gaan lopen, waardoor de werkneemster te laat is geweest met het herroepen van haar instemming. Om die reden heeft de werkneemster dan ook geen recht op werkhervatting en loon.

Nu uitdrukkelijk in de laatste e-mailuitwisseling van 29 januari 2016 tussen beide gemachtigden nog onderhandeld is over de inhoud van de eerdere concept beëindigings-overeenkomst/vaststellingsovereenkomst en er na deze aanpassingen in het concept een overeenstemming zou zijn bereikt, dient de beëindigingsovereenkomst/ vaststellingsovereenkomst volgens de rechter tot stand te zijn gekomen op 29 januari 2016.

Wanneer gaat de bedenktermijn bij ontslag in?

Indien u wordt bijgestaan door een advocaat arbeidsrecht als gemachtigde om te komen tot een vaststellingsovereenkomst/ beëindigingsovereenkomst en deze akkoord gaat en of instemt met de voorwaarden, dan dient dat akkoord als datum van ‘’ondertekening’’ te worden gezien. Vanaf dit moment gaat de bedenktermijn van 14 dagen lopen en dus niet vanaf het moment dat u de beëindigingsovereenkomst/vaststellingsovereenkomst ondertekent.

beeindigingsovereenkomst vaststellingsovereenkomst ontslag weigeren bedenktermijn advies advocaat AmsterdamContact met advocaat arbeidsrecht Amsterdam over vaststellingsovereenkomst of beeindigingsovereenkomst

Zoekt u betrokkenheid en een direct, persoonlijk contact met een ervaren specialist arbeidsrecht in Amsterdam? Bel onze gespecialiseerde advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht voor vragen en juridisch advies over arbeidsrecht, ontslag, vaststellingsovereenkomst en andere arbeidsrechtelijke onderwerpen.

Call Now Button