Transitievergoeding in hoger beroep mogelijk?

avatar

Ontbinding arbeidscontract

De arbeidsovereenkomst van de werknemer was door de kantonrechter ontbonden. De voormalig gemachtigde van de werknemer had verzuimd om een transitievergoeding te verzoeken in de ontslagprocedure. De werknemer ging tegen de uitspraak in hoger beroep om alsnog een transitievergoeding te verkrijgen.

Bedoeling van de wet

Volgens Hof Amsterdam geldt hier de bedoeling van de wet en moet het beroep van de werkgever op termijnoverschrijding worden afgewezen. De werknemer, die in hoger beroep werd bijgestaan door mr. Snijders, had volgens het Hof weliswaar binnen drie maanden na het einde van het dienstverband een verzoek om vergoeding bij de kantonrechter moeten indienen, maar als een werknemer dit pas voor het eerst in hoger beroep vraagt, is hij daarmee nog niet te laat.

Drie maanden

De werknemer had binnen de periode aan het Hof verzocht om toekenning van een transitievergoeding, zij het niet aan de kantonrechter. Artikel 7:686a lid 4 aanhef en onder b BW bepaalt dat dit binnen drie maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst ‘bij de kantonrechter’ moet gebeuren, maar in de onderhavige situatie kon het werknemer niet kwalijk worden genomen dat hij geen afzonderlijk verzoek bij de kantonrechter had ingediend.

Onnodige complicatie

In hoger beroep was namens de werknemer (tevens) om herstel van de dienstbetrekking verzocht en op dat verzoek was, toen de termijn verstreek, nog niet door het Hof beslist. Van de werknemer kan niet worden verlangd dat hij

  • zowel bij het Hof
  • als bij de kantonrechter

een verzoek indient. Dat zou een onnodige complicatie van de procedure(s) betekenen, aldus het Hof.

Processuele belangen

Verder volgde het Hof mr. Snijders in zijn stelling dat de werkgever niet in haar processuele belangen was geschaad, omdat zij destijds zelf bij de kantonrechter de vraag aan de orde had gesteld of de werknemer wel aanspraak zou hebben op een transitievergoeding. Om die reden werd in hoger beroep aan de werknemer een transitievergoeding van € 5.709 bruto toegekend, ook al was er in eerste aanleg bij de kantonrechter geen vergoeding verzocht.

Deze uitspraak geeft aan dat de WWZ nog steeds onvolkomenheden heeft op het gebied van vergoedingen en dat de rechter in die gevallen streeft naar een praktische oplossing.

advocaat-arbeidsrecht-amsterdam

[ratings]

Call Now Button