Opzegging duurovereenkomst: voldoende zwaarwegende grond en opzegtermijn
Een duurovereenkomst is een afspraak waarbij partijen over een langere periode samenwerken. Niet altijd worden er afspraken gemaakt over de beëindiging daarvan. De Hoge Raad heeft in 2011 en 2013 duidelijk gemaakt dat een duurovereenkomst kan worden opgezegd als partijen over de opzegging niets zijn overeengekomen. Wel kan het zo zijn dat er voor de opzegging een voldoende zwaarwegende grond moet zijn en dat er een opzegtermijn in acht moet worden genomen.
Opzegtermijn en schadevergoeding
Ook kan er reden zijn voor schadevergoeding. Rechtbank Amsterdam heeft op 20 februari 2015 een uitspraak gedaan over opzegging van een langdurige samenwerking tussen muzikanten in een band. Betrokkenen hadden 25 jaar hebben samengewerkt in de muziekband. De gitarist en zanger van de band, tevens als leider belast met de sales, marketing en logistiek, had op 4 april 2013 telefonisch meegedeeld dat de samenwerking binnen de band per direct werd beëindigd. De reden voor de opzegging was dat de leider niet in staat was de gages te voldoen en de negatieve reacties daarop. Na deze beëindiging van de samenwerking is de leider in gewijzigde samenstelling blijven optreden.
Duurovereenkomst mag niet zomaar met onmiddellijke ingang worden beëindigd
Een andere bandlid vond dat de overeenkomst niet zomaar met onmiddellijke ingang had mogen worden beëindigd, omdat, gelet op de 25 jaar durende samenwerking en de regelmaat van optreden (2 à 3 keer per week), sprake is van een duurovereenkomst. Hij mocht erop vertrouwen dat deze samenwerking niet met onmiddellijke ingang zou worden beëindigd. Hij meende dat een opzegtermijn van twee jaar in acht had moeten worden genomen. Hij stelde dat zijn schade, met een in acht te nemen opzegtermijn van twee jaar, € 25.964,- bedraagt. Ook had hij met optredens nog geld kunnen verdienen.
Bestendige rechtsverhouding
- De kantonrechter overwoog dat er sprake was van een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd;
- ‘een bestendige rechtsverhouding’, waarin men er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de leden zouden worden ingeschakeld bij een optreden.
Schade door einde samenwerkingsrelatie
Partijen hadden bij het aangaan van de samenwerkingsrelatie niets afgesproken over de beëindiging daarvan. De kantonrechter overwoog dat wanneer een contractuele wederpartij de relatie door opzegging beëindigt, de ander in het algemeen schade zal lijden. Een opzegtermijn kan die schade aanmerkelijk verminderen omdat tijdens de opzegtermijn maatregelen kunnen worden genomen om de onderneming aan te passen.
Broodwinning
Vastgesteld werd dat de samenwerkingsovereenkomst 25 jaar heeft geduurd. De kantonrechter vond niet dat sprake was van een gelijkwaardige samenwerking tussen de bandleden. De leider had bepaalde verplichtingen en droeg ook het ondernemersrisico. Hij mocht bepalen wie er deel uitmaken van de band. De rechter vond de aangegeven reden onvoldoende was om geen opzegtermijn te hanteren. Anderzijds vond de rechter dat de eisende partij ook zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen broodwinning en dat hij niet alleen maar kon vertrouwen op de samenwerking binnen de band.
Opzegtermijn van zes maanden redelijk en billijk
Alles overziende achtte de kantonrechter een opzegtermijn van zes maanden redelijk en billijk. De (telefonische) opzegging van 4 april 2013 werd door de rechter omgezet in die termijn. Dat betekent dat er een schadevergoeding moet worden betaald over de periode van 4 april 2013 tot en met 4 oktober 2013, € 6.491,-.
Contact met advocaat arbeidsrecht Amsterdam over
Zoekt u betrokkenheid en een direct, persoonlijk contact met een ervaren specialist arbeidsrecht in Amsterdam? Bel onze gespecialiseerde advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht voor vragen en juridisch advies over arbeidsrecht, ontslag, gedeeltelijk ontslag en transitievergoeding en andere arbeidsrechtelijke onderwerpen.