Ontslagvergunning vereist bij opdrachtovereenkomst

avatar

Opdrachtovereenkomst

Rechtbank Amsterdam heeft op 14 maart 2013 geoordeeld dat toestemming van de directeur van het UWV Werkbedrijf vereist is om een opdrachtovereenkomst te beëindigen. Allereerst stelde de rechtbank vast dat er sprake was van een opdrachtovereenkomst omdat de de bedoeling van partijen daarin was gelegen, zoals bleek uit e-mails waarin  de woorden ‘opdrachtnemer en opdracht’ gebruikt zijn en de in het geding gebrachte schriftelijke verklaringen. Ook was tijdens het sollicitatiegesprek gesproken over de mogelijkheid van een overeenkomst van opdracht, er zijn geen salarisstroken of loonspecificaties verstrekt en er zijn geen loonbelasting en premies afgedragen; dat alles duidt volgens de rechter eerder op een overeenkomst van opdracht dan op een arbeidsovereenkomst.

Ontslagvergunning

De voorzieningenrechter oordeelde dat het BBA van toepassing is op de opdrachtovereenkomst omdat sprake is van een arbeidsverhouding in de zin van het BBA: eiser moest zijn werkzaamheden persoonlijk verrichten en hij heeft geen werkzaamheden voor andere opdrachtgevers verricht, hij liet zich niet door anderen bijstaan en de verrichte arbeid was geen bijkomstige werkzaamheid. Nu het BBA van toepassing is, diende de opdrachtgever voor de beëindiging van de overeenkomst, omdat geen sprake is van een dringende reden, een ontslagvergunning van het UWV Werkbedrijf aan te vragen. Nu die ontslagvergunning ontbreekt, is de vordering tot (door)betaling van de beloning van eiser toewijsbaar.

Call Now Button