Liegen over nieuwe baan bij een VSO komt werknemer duur te staan

avatar

VSO nieuwe baan verwijzen concreet vooruitzicht boete

Er worden steeds meer uitspraken gepubliceerd waarin een werknemer een boete moet betalen of een ontslagvergoeding terug moet betalen, als blijkt dat deze kort na het tekenen van een beëindigingsovereenkomst al een andere baan heeft. De rechtspraak over het verzwijgen van een nieuwe baan bij ontslag met wederzijds goedvinden valt steeds vaker in het nadeel van de werknemer uit. Onze advocaat ontslagrecht mr. Paul Snijders zet de mogelijkheden op een rijtje. 

Een voorbeeld hiervan is een uitspraak van Rechtbank Midden Nederland, die oordeelde dat de werknemer er niet in geslaagd was het voorlopig oordeel te ontzenuwen dat hij ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst al uitzicht had op ander werk. Op grond van een artikel in de vaststellingsovereenkomst moest de werknemer een boete van € 25.000,– aan de werkgever betalen. De werkgever had dat bedrag al grotendeels gecompenseerd met het niet betalen van de ontslagvergoeding.

Alle noodzakelijke informatie verschaft en geen concreet uitzicht op een nieuwe baan

In een vaststellingsovereenkomst, waardoor een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden eindigt (ontslagovereenkomst), wordt vaak de bepaling opgenomen dat de werknemer op het moment van het tekenen van dit contract alle noodzakelijke informatie heeft verschaft en geen concreet uitzicht heeft op (het vinden van) een nieuwe baan.

Dit soort uitspraken zijn niet nieuw. Dit heeft alles te maken met de ontslagvergoeding (bijvoorbeeld de wettelijke transitievergoeding) omdat de werkgever deze ontslagvergoeding niet zou willen betalen als blijkt dat de werknemer op korte termijn ergens anders aan de slag kan.

Concreet uitzicht op andere baan: risico op terugbetalen ontslagvergoeding

Uit diverse uitspraken blijkt dat een werknemer die een vaststellingsovereenkomst tekent, terwijl hij of zij weet dat op de datum van ondertekening een andere baan al in kannen en kruiken is, bedrogen uit kan komen.

Het Gerechtshof in Amsterdam heeft eerder al op 25 november 2014 (ECLI:NL:GHAMS:2014:4892) overwogen dat een werkgever, als de werknemer heeft verzwegen dat hij kans op een nieuwe baan heeft, geen ontslagvergoeding aan de werknemer meer hoeft te betalen.

Uiteraard moet de overeenkomst dan wel een clausule bevatten waardoor de werknemer verklaart bij ondertekening van de vaststellingsovereenkomst ‘geen concreet uitzicht te hebben op ander werk’.

In dat geval bleek dat de werknemer al in vergaande onderhandeling met een andere werkgever was over een andere baan. Door dit ‘bedrog’ (het achterhouden van essentiële informatie over een nieuwe baan) was de werkgever uiteindelijk bevoegd om de ontslagvergoeding niet uit te betalen.

Liegen over geen concreet uitzicht op ander werk

Blijkt een werknemer ten tijden van het aangaan van de overeenkomst wel concreet uitzicht te hebben op een nieuwe baan, terwijl hij op een vraag heeft verklaard dat dit niet het geval zou zijn, dan kan dat aanleiding zijn voor de werkgever de beëindigingsregeling te vernietigen op grond van dwaling of bedrog.

Meldingsplicht gelet op ‘alle bijzonderheden van het gegeven geval’, maar wel vraag stellen?

Maar soms gaat het nog verder. Ook als een dergelijk beding geen onderdeel uitmaakt van de overeenkomst, kan het zijn dat een werknemer die relevante informatie achterhoudt, de kous op zijn kop krijgt.

Naar de in het verkeer geldende opvattingen

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden had bijvoorbeeld op 12 maart 2013 overwogen dat bij het beantwoorden van de vraag of een partij terzake van bepaalde relevante gegevens naar de in het verkeer geldende opvattingen een mededelingsplicht heeft, dan wel of hij die gegevens voor zich mag houden, moet worden gelet op ‘alle bijzonderheden van het gegeven geval’.

Geen spontane mededelingsplicht

Hierbij speelde mee dat er sprake was van een beëindiging van het arbeidscontract op initiatief van de werkgever. In een bespreking had de werknemer -conform de waarheid- verklaard dat hij ‘enkele sollicitaties had lopen’. Onder deze omstandigheden rustte naar het oordeel van het hof geen spontane mededelingsplicht op de werknemer ten aanzien van de fase waarin zijn sollicitaties zich bevonden. Als de stand van zaken in die sollicitatieprocedures op dat moment voor de werkgever beslissend was geweest voor de vraag of zij al dan niet de beëindigingsovereenkomst wenste te sluiten, had zij naar die stand van zaken moeten doorvragen. Zij heeft dat niet gedaan. De vordering van de werkgever tot vernietiging van de vaststellingsovereenkomst werd om die reden afgewezen.

Onderhandeling over een nieuwe baan: mededelingsplicht ook zonder gerichte vraag

De kantonrechter te Utrecht (JAR 2012/5) was strenger in de leer. Deze heeft op 21 september 2011 geoordeeld dat een werknemer die met zijn werkgever in onderhandeling is over een beëindigingsregeling, sowieso, ook als hij er niet naar wordt gevraagd, spontaan mededeling dient te doen van zijn onderhandeling over zijn nieuwe baan:

  • als er een concreet uitzicht op het verkrijgen van een functie bestaat
  • en wel in die zin dat niet in algemene termen een kans bestaat op het verkrijgen van een baan,
  • maar dat de onderhandelingen hierover in een zo vergevorderd stadium zijn
  • dat redelijkerwijs mag worden aangenomen dat een concreet en op details uitgewerkt aanbod van de werkgever met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid door de werknemer zal worden of al is aanvaard.

Vraag over nieuwe baan: mededelingsplicht

Er wordt dus in ieder geval, ook zonder een dergelijk beding, vaak al een mededelingsplicht aangenomen als de werkgever tijdens de onderhandelingen over een beëindigingovereenkomst een gerichte vraag stelt over het hebben van vooruitzicht op nieuw werk (HR 17 januari 1997).

Maar ook als deze gerichte vraag niet wordt gesteld, kan soms al een mededelingsplicht aangenomen worden, dat dus los van de door de werkgever gestelde vragen over een nieuwe baan.

Ontslag op staande voet bij verzwijgen

Het kan ernstig aflopen als een werknemer een nieuwe baan verzwijgt, zo blijkt uit een uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 juli 2019. Het gerechtshof stelde vast dat partijen in onderhandeling waren over een afvloeiingsregeling waarbij de werkgever zich ertoe verplichtte een (aanzienlijke) ontslagvergoeding te betalen omdat de werknemer verklaarde geen ander werk, noch zicht op ander werk te hebben.

Bevestigen dat correcte informatie is verstrekt

De werkgever rook kennelijk onraad en verzocht werknemer schriftelijk te bevestigen dat hij correcte informatie had verstrekt over werkzaamheden bij een bepaald bedrijf. De werkgever gaf daarop aan dat hij bij dat bedrijf een onbetaalde snuffelstage deed maar hij heeft geweigerd dit te onderbouwen met een verklaring van het bedrijf. Uiteindelijk bleek de werknemer daar wel degelijk tegen betaling te werken.

De werkgever ontsloeg hem toen op staande voet. Het gerechtshof keurde dit ontslag goed. Hij overwoog dat de werkgever een beeld had ophouden dat niet overeenkwam met de werkelijkheid, namelijk dat hij ten tijde van de ondertekening van de beëindigingsovereenkomst geen (uitzicht op) ander werk had. Dat was volgens het gerechtshof voldoende voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet.

Inlichtingen verstrekken in het kader van goed werknemerschap

Goed werknemerschap brengt volgens het gerechtshof immers met zich mee dat een werknemer in het kader van onderhandelingen over een beëindigingsovereenkomst correcte informatie moet verschaffen aan zijn werkgever, los van wat hierover op papier is gesteld.

Goed nieuws voor werkgevers, die blijkens het bovenstaande verschillende mogelijkheden hebben om een zwijgende werknemer na een vaststellingsovereenkomst de pas af te snijden.

vaststellingsovereenkomst verzwijgen nieuwe baan advocaat arbeidsrecht amsterdamContact met onze advocaat arbeidsrecht in Amsterdam over verzwijgen nieuwe baan bij een ontslagvergoeding

Voor meer informatie over vaststellingsovereenkomst en ontslagvergoeding kunt u contact opnemen met onze advocaat arbeidsrecht in Amsterdam mr. Paul Snijders: 020-5221999. 

Call Now Button
×

Hello!

Click one of our contacts below to chat on WhatsApp

× Kan ik je helpen? Can I help you?