Habe nichts verweer terecht, toch verworpen, vergoeding C=2

avatar

De werknemer had (zelf) om ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht omdat hij tijdens zijn dienstverband steeds meer taken kreeg waardoor zijn werkdruk tot onaanvaardbare proporties opliep. In plaats van waardering werd hij door de directie in toenemende mate onheus bejegend en geschoffeerd. Toen dit leidde tot arbeidsongeschiktheid heeft verweerster zich niet ingespannen voor zijn reïntegratie.

Communicatie

De kantonrechter achtte de communicatie tussen werkgever/werknemer niet ’tamelijk direct en confronterend’ maar denigrerend en schofferend:

‘Tegen de achtergrond van hetgeen hiervoor is overwogen kan van verzoeker niet verwacht worden dat hij de arbeidsverhouding met verweerster nog wil laten voortduren. Jarenlang is hij geschoffeerd. Tijdens zijn ziekte heeft verweerster hem laten zitten. Dan na een jaar in het kader van de behandeling van het onderhavige verzoek de bereidheid tonen om verzoeker te laten reïntegreren in het tweede spoor is te laat. Daarmee kan zij de rekening voor haar handelen van de afgelopen 8 jaar niet ontlopen. De gevraagde vergoeding wordt billijk geoordeeld’.

Habe nichts verweer

De kantonrechter achtte voldoende aannemelijk geworden dat het voortbestaan van de werkgever twijfelachtig is geworden.

‘Desondanks wordt daar bij het vaststellen van de vergoeding geen rekening mee gehouden. Verweerster is in ernstige mate schuldig aan de situatie waarin verzoeker is komen te verkeren. In zoverre is de situatie niet vergelijkbaar met een ontbinding vanwege financiële onmacht. Verzoeker heeft na 5 jaar hard werken zonder enige salarisverhoging thans een jaar moeten leven van een uitkering van 70% van zijn inkomen. Hij is nog niet beter en zijn vooruitzichten voor de korte termijn zijn niet direct positief. Ondanks en gezien de door verweerster overgelegde financiële stukken handhaaft hij zijn verzoek. Verweerster moet dan maar kiezen of zij eventueel privé deze schuld voldoet of dat zij haar bedrijf, mede door deze schuld die binnen de door haar geschetste financiële situatie overigens nauwelijks doorslaggevend kan zijn, failliet wil laten gaan’.

De werknemer werd een vergoeding toegekend van EUR 57.456,- bruto (Factor C=2).

Call Now Button