Werkgeversaansprakelijkheid voor personeel en zzp’er

avatar

advocaat Werkgeversaansprakelijkheid AmsterdamWerkgeversaansprakelijkheid voor personeel en zzp’er

Onze advocaat arbeidsrecht in Amsterdam geeft juridisch advies over aansprakelijkheid van werkgevers 

(werkgeversaansprakelijkheid). Een werkgever is aansprakelijk voor de schade die een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de werkgever kan aantonen dat hij zijn zorgplicht is nagekomen of de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.

advocaat werkgeversaansprakelijkheid amsterdamMr. Bobbi-Joe du Bois is sinds 2013 advocaat en heeft in 2019 de postacademische opleiding Grotius Personenschade afgerond. Hen heeft ruim 10 jaar ervaring als letselschadeadvocaat en behandelt met name zaken op het gebied van werkgeversaansprakelijkheid, verkeersaansprakelijkheid en medische aansprakelijkheid.
De werkgever is wettelijk verplicht om de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee men arbeid laat verrichten, zodanig in te richten en te onderhouden dat voorkomen wordt dat de werknemer schade kan lijden in de uitoefening van de werkzaamheden. Deze zorgplicht houdt in dat de werkgever ook maatregelen neemt die redelijkerwijs nodig zijn. Bij het geven van instructies of bij de inrichting van de werkomgeving moet de werkgever rekening te houden met het feit dat werknemers in de dagelijkse omgang met machines niet altijd even voorzichtig zijn.

Aansprakelijk voor mishandeling van een werkneemster

Gerechtshof Amsterdam heeft op 15 januari 2013 geoordeeld dat een Zorgcentrum voor mensen met een verstandelijke beperking, aansprakelijk is voor de gevolgen van mishandeling van een werkneemster. Betrokkene was als groepsleider werkzaam op een groep jongeren tussen twaalf en achttien jaar met zeer ernstige gedragsproblemen. Zij probeerde een van de jongeren, die haar collega agressief wilde benaderen, tegen te houden waarbij zij een duw heeft gekregen en is gevallen. Zij hield klachten over aan handen, benen en nek. Na haar ziekte ontving zij een WIA (WGA) uitkering op basis van volledige arbeidsongeschiktheid. De gezondheidsschade was ook vastgesteld door een expertiserapport dat in opdracht van de werkgever was uitgebracht.

Werkgeversaansprakelijkheid en artikel 7:658 lid 1 BW

Voor de vraag of de werkgever de in artikel 7:658 lid 1 BW omschreven zorgplicht was nagekomen, overwoog het Gerechtshof Amsterdam dat het arrest van de Hoge Raad van 11 november 2001, LJN BR5323, van toepassing is dat bepaalt dat een werkgever algemene maatregelen en specifieke maatregelen moet nemen tot beveiliging van de werknemers tegen de gevaren van hun omgang met jongeren met gedragsproblemen.

Maatregelen

Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat teamoverleg en multidisciplinair overleg bij de werkgever onvoldoende was om op de werkvloer steeds adequaat te kunnen reageren op verbale en/of fysieke agressie van de jongeren. Ook de bereikbaarheidsdienst van de werkgever was niet specifiek gericht op de veiligheid van de groepsleiding. Dat gold ook voor het alarmsysteem, dat alleen voorzag in hulp “van buiten”.
Weliswaar had de leiding naar aanleiding van een eerder incident een Regieherstelplan opgesteld, maar ook dat had niet geleid tot een voor de groepsleiding veilige werkvloer. De werkneemster had aangevoerd dat de jongens binnen de groep geen gezag van vrouwen accepteerden.

  • Dat “het roostertechnisch niet mogelijk is” om ook een man als groepsleider in te zetten komt volgens het Hof voor risico van de werkgever.
  • Een marktconforme invulling van het aantal personeelsleden is niet hetzelfde als “voldoende” personeel gezien de specifieke – moeilijke – groep.
  • De ingeschakelde uitzendkrachten hadden meestal geen training agressie- en conflictbeheersing gevolgd waardoor zij niet konden en mochten ingrijpen.
  • Ook werd de werkgever verweten dat deze pas na het incident verdergaande maatregelen had genomen. Tenslotte bleek niet, dat er in voldoende mate herhalingscursussen waren aangeboden gericht op het voorkomen van escalatie.

Adequate veiligheidsmaatregelen

Op grond hiervan is het Gerechtshof Amsterdam van oordeel dat de werkgever ‘s-Heeren Loo tekort is geschoten in de in artikel 7:658 lid 1 BW omschreven zorgplicht. Omdat de ernst van de problematiek van de groep voldoende bekend was, was de werkgever tekort geschoten in de verplichting om adequate veiligheidsmaatregelen te nemen en om erop toe te zien dat de veiligheid op de werkvloer blijvend wordt gewaarborgd.

Schadestaatprocedure

De schade van de werknemer wordt in een afzonderlijke procedure door Gerechtshof Amsterdam vastgesteld.

Werkgeversaansprakelijkheid voor zzp’er: ook als geen sprake is van een arbeidsovereenkomst

Onder omstandigheden is de werkgever ook aansprakelijk voor schade bij een zzp’er. De Hoge Raad heeft op 23 maart 2012 bepaald dat deze zorgplicht zo ver gaat, dat een bedrijf ook aansprakelijk is op grond van artikel 7:658 lid 4 BW, als een zzp’er (Zelfstandige Zonder Personeel) voor het bedrijf (reparatie)werkzaamheden verricht en daarbij een ongeval krijgt. De betreffende zzp-er had onder supervisie van een Nederlands bedrijf reparatiewerkzaamheden aan een houtverwerkingsmachine uitgevoerd en was daarbij ernstig gewond geraakt. Hij beschikte niet over een arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Kernactiviteiten van het bedrijf

De rechtbank en het hof meenden dat het bedrijf niet aansprakelijk was voor dit ongeval, omdat het niet om een werknemer ging en er werkzaamheden werden verricht, die niet behoorden tot de kernactiviteiten van het bedrijf. Volgens het hof ging het hier om een (onder)aannemer en was het niet de bedoeling van artikel 7:658 lid 4 om bescherming te bieden aan zzp-ers, maar uitsluitend aan werknemers en uitzendkrachten.

Werkgeversaansprakelijkheid voor ingezette personen die vergelijkbaar zijn met een werknemer

De Hoge Raad was het niet eens met deze beperkte uitleg van artikel 7:658 lid 4 BW: ook als geen sprake is van een arbeidsovereenkomst kan er aansprakelijkheid bestaan op basis van dit artikel, als het gaat om ingezette personen die vergelijkbaar zijn met een werknemer. Dat is aan de orde, als iemand die niet in dienstbetrekking is, werkzaamheden verricht en voor zijn veiligheid (mede) afhankelijk is van de opdrachtgever. Of dat zo is, moet aan de hand van de omstandigheden van het geval bepaald moeten worden, waarbij van belang zijn de feitelijke verhouding tussen betrokkenen, de aard van de verrichte werkzaamheden en de mate waarin de opdrachtgever invloed heeft op de arbeidsomstandigheden en veiligheidsrisico’s.

Beroeps- of bedrijfsuitoefening van het bedrijf

Dat geldt ook, als een zzp-er andere werkzaamheden dan de kernactiviteiten van het bedrijf uitvoert. Bepalend is of de werkzaamheden tot de beroeps- of bedrijfsuitoefening van het bedrijf kunnen worden gerekend. De Hoge Raad stelde vast dat de werkzaamheden van de zzp’er daar onder vielen, omdat het bedrijf zich ook bezig hield met reparaties.

Met deze uitspraak is het verschil in zorgplicht in geval van werkgeversaansprakelijkheid tussen werknemers en zzp’ers grotendeels verdwenen, als tenminste de zzp-er voor zijn veiligheid afhankelijk is van de opdrachtgever.


Contact met advocaat arbeidsrecht in Amsterdam over werkgeversaansprakelijkheid

Zoekt u betrokkenheid en een direct, persoonlijk contact met een ervaren specialist arbeidsrecht? Bel onze gespecialiseerde advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht in Amsterdam centrum voor vragen en juridisch advies over arbeidsrecht en ontslag, waaronder werkgeversaansprakelijkheid.

Call Now Button