Salaris en detentie bij strafrechtelijke verdenking
Onze advocaat arbeidsrecht in Amsterdam geeft juridisch advies bij doorbetaling van salaris (loon) bij detentie. Soms is niet duidelijk of een werkgever het salaris van een werknemer bij detentie, die wordt verdacht van een strafbaar feit, mag stopzetten. In veel CAO’s is bepaald dat gedurende detentie op het politiebureau of huis van bewaring, de werknemer wordt geschorst. Meestal wordt het salaris dan ook niet doorbetaald. Dat lijkt ook logisch, omdat de gedetineerde werknemer niet in staat is om te werken, en volgens de wet geldt bij ‘geen arbeid, geen loon’. Maar wat als de werknemer weer op vrije voeten komt?
In staat om te werken
In het algemeen geldt dat het salaris na de invrijheidsstelling van een voorheen gedetineerde werknemer moet worden doorbetaald. De werknemer is immers weer in staat om te werken. De wetswijzigingen van 1 juli 2015 hebben daar volgens de parlementaire geschiedenis geen wijziging in gebracht. Daardoor is nog steeds van kracht een uitspraak van de Hoge Raad uit 2003, waarin is bepaald dat schorsing van een werknemer in de risicosfeer van de werkgever ligt.
Kantonrechter Breda; risicosfeer van de werkgever
‘Niet valt in te zien dat dit niet zou gelden als er sprake is van een strafrechtelijke verdenking’, aldus Kantonrechter Breda op 16 januari 2013. Toch meende deze rechter dat dit onder bepaalde omstandigheden anders is:
‘Echter, de omstandigheid dat [eiser] als directeur van Laurentius, terwijl hij verdacht wordt van ernstige misdrijven waardoor de organisatie van Laurentius zowel grote materiële als ernstige immateriële schade heeft geleden, terwijl voorts vast staat dat een koffer met € 700.000,- contant – mogelijk zwart – geld van [eiser] is gevonden, nalaat mee te werken aan het forensisch onderzoek van Laurentius, nalaat om tegenover Laurentius meer te verklaren over de gevonden € 700.000,- dan dat deze geen verband houdt met Laurentius en nalaat om de gevraagde onderbouwing te geven over de projecten en transacties, maakt het vooralsnog onaanvaardbaar dat Laurentius thans het loon zou moeten doorbetalen.’
De vraag rijst of dit zich wel verdraagt met de genoemde uitspraak van de Hoge Raad uit 2003, waarin werd overwogen:
- ‘Schorsing ligt in de risicosfeer van de werkgever
- en is derhalve een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen
- in de zin van artikel 7:628 lid 1 BW’.
Doorbetaling van salaris redelijk en billijk
De enige uitzondering die de Hoge Raad hierop (in 1993) heeft toegestaan, was doorbetaling van salaris terwijl dat niet redelijkheid en billijk zou zijn, omdat de geschorste werknemer inmiddels een andere baan had:
‘niet uitgesloten is dat het in bepaalde omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat de op non-actief gestelde werknemer aanspraak maakt op doorbetaling van loon terwijl hij elders betaalde arbeid verricht (…).’
Conclusie over doorbetaling salaris werknemer bij detentie
Het uitgangspunt blijft vooralsnog, uitzonderingen in apert onredelijke situaties daargelaten, dat het salaris van een geschorste werknemer, die kan werken, moet worden doorbetaald, ook als er sprake is van een strafrechtelijke verdenking.
Contact met advocaat in Amsterdam over doorbetaling salaris werknemer bij detentie
Zoekt u betrokkenheid en een direct, persoonlijk contact met een ervaren specialist arbeidsrecht? Bel onze gespecialiseerde advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht in Amsterdam voor vragen en juridisch advies over arbeidsrecht en doorbetaling salaris (loon) van een werknemer bij detentie.
[ratings]