Advocaat ziekte, arbeidsongeschiktheid en reïntegratie Amsterdam
Onze advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht in Amsterdam, mr. P.Chr. Snijders, geeft juridisch advies bij arbeidsongeschiktheid, ziekte en reintegratie in het arbeidsrecht. Er is sprake van arbeidsongeschiktheid als een werknemer door ziekte of gebrek de bedongen arbeid niet kan verrichten. Het oordeel van de Arboarts of bedrijfsarts is van belang. Deze valt onder het medisch geheim. Deze beoordeelt de –mate van- arbeidsongeschiktheid. Het advies van de bedrijfsarts kan bij wijze van second opinion worden getoetst door het UWV. Werknemers betalen €100,- voor het oordeel en werkgevers € 400,-.
Arbeidsongeschiktheid en Wet Verbetering Poortwachter: plan van aanpak en probleemanalyse
De Wet Verbetering Poortwachter legt de werkgever en werknemer de verlichting op om zich bij arbeidsongeschiktheid samen met arbodienst of bedrijfsarts in te spannen om de werknemer door middel van reïntegratie zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Na zes weken arbeidsongeschiktheid moet door de arbodienst of bedrijfsarts een probleemanalyse worden gemaakt. Vervolgens moet de werkgever in overleg met de werknemer een Plan van Aanpak opstellen om weer aan het werk te gaan. Het Plan van Aanpak een onderdeel van het re-integratiedossier dat de werkgever bij dreigend langdurig verzuim moet gaan bijhouden.
Reintegratie bij arbeidsongeschiktheid: eerste spoor of tweede spoor?
In eerste instantie wordt bij arbeidsongeschiktheid gezocht naar reïntegratie in de eigen functie, dan wel reïntegratie in een andere functie bij de eigen werkgever en tenslotte naar een functie bij een andere werkgever. Dat het het eerste spoor. Lukt het niet om de werknemer door reïntegratie terug te laten keren in zijn oude functie, dan moet de werkgever hem tijdens de arbeidsongeschiktheid passend werk aanbieden binnen of buiten het bedrijf. Dat heet het tweede spoor. Weigert de werknemer om mee te werken aan reïntegratie, dan is de werkgever bevoegd om de loondoorbetaling op schorten of te stoppen.
Loonbetaling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid, opschorting en stopzetten salaris
De hoofdregel over betaling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid is neergelegd in art. 7:627 BW: Geen arbeid, geen loon. Bij ziekte wordt echter een uitzondering gemaakt, omdat volgens art. 7:629 lid 1 BW een zieke werknemer in beginsel recht heeft op doorbetaling van het loon gedurende maximaal 2 jaar (104 weken). Volgens art. 7:629 lid 6 BW mag een werkgever de loonbetaling altijd opschorten (uitstellen) gedurende de tijd dat een werknemer zich niet houdt aan ‘de redelijke controlevoorschriften omtrent het verstrekken van inlichtingen’. De werkgever moet immers kunnen vaststellen of de werknemer arbeidsongeschikt is.
Redelijke controlevoorschriften in het kader van de reïntegratie
Als de werknemer de controlevoorschriften weer naleeft, moet het loon alsnog worden betaald. De loondoorbetalingsverplichting mag echter volledig gestaakt worden (loonstop) als:
- de werknemer weigert aan reïntegratieverplichtingen te voldoen.
- de werknemer de genezing belemmert;
- de arbeidsongeschiktheid door de werknemer is veroorzaakt;
- de werknemer weigert mee te werken aan het plan van aanpak;
- de werknemer weigert passende arbeid te verrichten;
- Werknemer weigert zonder goede reden een WIA-uitkering aan te vragen.
Werkhervatting na ziekte: deugdelijke grond?
Het doel van de loonsanctie is om de werknemer te dwingen om zo snel mogelijk tot 100% werkhervatting te komen. Het is pas anders als er een deugdelijke grond om de medewerking aan de reïntegratie te weigeren (art. 7:629 lid 3 aanhef en sub d BW). Bij een loonstop vervalt de aanspraak op loon, totdat de werknemer weer aan zijn verplichtingen voldoet. Hier geldt dan weer het beginsel “geen arbeid geen loon” (artikel 7:627 BW), tenzij een volledige loonstop naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. In principe hoeft de werkgever dus niet met terugwerkende kracht dit loon te betalen als de werknemer weer aan zijn verplichtingen voldoet.
Loondoorbetaling tijdens arbeidsongeschiktheid
Gedurende de eerste twee jaren van arbeidsongeschiktheid geldt een wettelijk opzegverbod en moet het loon worden doorbetaald,
- tenminste 70% van het brutoloon
- en in het eerste ziektejaar niet minder dan het wettelijk minimumloon.
Vaak is afgesproken dat bij ziekte het loon het eerste jaar 100% is. Weigert de werkgever voldoende mee te werken aan reïntegratie, dan kan een loonsanctie volgen van het UWV waardoor er langer moet worden doorbetaald.
Ziekte en arbeidsongeschiktheidsuitkering
Leiden de inspanningen niet tot terugkeer naar werk, dan ontvangt de werknemer in de 87e week een WIA-aanvraagformulier van het UWV. Bij arbeidsongeschiktheid van meer dan 35% volgt een arbeidsongeschiktheidsuitkering, WIA.
- Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid geldt de WGA;
- bij volledige een duurzame arbeidsongeschiktheid IVA.
Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van minder dan 35% dan komt de werknemer in de WW. De werknemer heeft bij ontslag na 2 jaar ziekte recht op een transitievergoeding.
Contact met advocaat ziekte / arbeidsongeschiktheid / reïntegratie arbeidsrecht in Amsterdam
Voor meer informatie en juridisch advies over ziekte, reïntegratie en arbeidsongeschiktheid kunt u contact opnemen met onze advocaat in Amsterdam gespecialiseerd in arbeidsrecht, mr. P.Chr. Snijders.
[ratings]