Ontslagvergunning Advocaat UWV Amsterdam
Als advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht te Amsterdam geven wij juridisch advies over de ontslagvergunning in UWV-procedures. Een werkgever kan het UWV verzoeken om een arbeidscontract op te mogen zeggen met een ontslagvergunning. Redenen voor een ontslagvergunning kunnen bedrijfseconomische omstandigheden zijn. Bij het niet goed functioneren van de werknemer of een conflict moet men naar de kantonrechter. Ook voor ontslag van een werknemer die langer dan twee jaar arbeidsongeschikt is kan men bij het UWV terecht.
Ontslagvergunning aanvragen: voor wie?
Voor een aantal werknemers is geen ontslagvergunning mogelijk:
- Werknemers bij een publiekrechtelijk lichaam;
- Onderwijzend en docerend personeel bij onderwijsinstellingen die onder beheer staan van een natuurlijk of rechtspersoon;
- Niet-onderwijzend personeel waarop de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra of de Wet educatie en beroepsonderwijs van toepassing is.
- Personen die een geestelijk ambt bekleden;
- Werknemers die minder dan vier dagen per week uitsluitend of hoofdzakelijk huishoudelijke of persoonlijke diensten in de huishouding van een natuurlijk persoon verrichten;
- Statutair directeur van een vennootschap;
- Een werknemer met een dienstverband op basis van de Wet sociale werkvoorziening (WSW).
Bij cao kunnen cao-partijen een onafhankelijke en onpartijdige commissie instellen die in plaats van het UWV de procedure verzorgt.
Ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden en langdurige ziekte
Na ontvangst van de aanvraag ontslagvergunning wordt de ontslagaanvraag door het UWV beoordeeld. Als de aanvraag compleet is heeft kan de werknemer verweer te voeren. Vervolgens wordt een gemotiveerde beslissing genomen op het verzoek. Deze procedure duurt gemiddeld vier weken.
Opzeggen arbeidscontract met een ontslagvergunning
Bij afgifte van een ontslagvergunning wordt tevens de geldigheidsduur van de vergunning vermeld, maximaal vier weken. Binnen die termijn moet de werkgever de arbeidsovereenkomst met de werknemer opzeggen. Daarbij moet de werkgever de wettelijke opzegtermijn in acht nemen. Daar mag van worden afgetrokken de periode tussen de dag waarop het (complete) verzoek is ontvangen en de dag waarop de toestemming is verleend. Er moet altijd minimaal een opzegtermijn van een maand overblijven.
Wettelijke opzegtermijn
De opzegtermijn is gerelateerd aan de duur van de arbeidsovereenkomst op de dag van de opzegging en bedraagt:
- 1-5 jaar in dienst: een opzegtermijn van één maand
- 5-10 jaar in dienst: een opzegtermijn van twee maanden
- 10-15 jaar in dienst: een opzegtermijn van drie maanden
- 15 jaar of langer in dienst: een opzegtermijn van vier maanden.
Een contract voor bepaalde tijd kan alleen tussentijds opgezegd worden als dit zo is afgesproken. De cao mag afwijken van de wettelijke opzegtermijn.
Opzegverbod
In een aantal gevallen is opzegging door de werkgever onmogelijk:
- De eerste twee jaar van ziekte
- De periode van zwangerschap tot en met zes weken na het einde van het zwangerschapsverlof
- De duur van het lidmaatschap van de ondernemingsraad
- Wegens discriminerende redenen
- Wegens het lidmaatschap van een vakbond
Hoger beroep Kantonrechter bij afwijzing ontslagvergunning
Als de werknemer meent dat UWV of de commissie ten onrechte akkoord is gegaan met het verzoek tot ontslag, kan hij binnen twee maanden, bij wijze van hoger beroep, de kantonrechter verzoeken de arbeidsovereenkomst te herstellen. Daarbij beoordeelt de kantonrechter alleen of het UWV of de commissie de wettelijke criteria bij het toetsen van het ontslag in acht heeft genomen.
Dat recht heeft de werkgever ook als UWV ten onrechte niet de ontslagvergunning heeft verleemd. Ook dan beoordeelt de kantonrechter of de wettelijke criteria door het UWV juist zijn gehanteerd.
Contact met ontslagvergunning Advocaat in Amsterdam
Voor meer informatie en juridisch advies over ontslagvergunning kunt u contact opnemen met een van onze advocaten arbeidsrecht in Amsterdam.