School niet gebonden aan bindend advies Commissie van Beroep

avatar

De rechtbank overwoog dat volgens jurisprudentie (onder meer het Amghane arrest van de Hoge Raad) een uitspraak van de Commissie van Beroep voor beide partijen pas kan gelden als een bindend advies, als van een dergelijke overeenkomst “ondubbelzinnig” blijkt. De artikelen 51 lid 3 WMO en 19 lid 4 CAO-VO zijn “bekostigingsvoorwaarden” en geen arbeidsvoorwaarden en de leerkracht kan op grond daarvan geen rechten jegens de onderwijsinstelling ontlenen.

Dat betekent dat een beslissing van de school om de leerkracht op staande voet te ontslaan, ‘vol’ getoetst zal worden door de kantonrechter, ongeachte de mening van de Commissie van Beroep.

Dringende reden

De kantonrechter stelde betreffende het ontslag op staande voet voorop, dat alle omstandigheden van het geval – in onderling verband en samenhang bezien – daarbij dienen te worden meegewogen. Uitgaande van dat beoordelingskader meent de kantonrechter dat zich objectief bezien zich een dringende reden was omdat de leerkracht door zijn gedragingen de verplichtingen die de arbeidsovereenkomst hem oplegt, grovelijk heeft veronachtzaamd:

a. In voldoende mate was komen vast te staan, dat de door de leerkracht gegeven cijfers in enkele gevallen niet overeenstemmen met de door hem ingevoerde cijfers in Magister;

b. sommige door de leerkracht gegeven cijfers komen voorts niet overeen met de inhoud van het werk;

c. voorts zijn cijfers ingevoerd in Magister, terwijl daar geen werk tegenover stond;

d. verder is in een groepsverslag niet voor iedere leerling hetzelfde cijfer in Magister ingevoerd als op het groepsverslag is vermeld.

Uiterst onzorgvuldig en onaanvaardbaar

De kantonrechter vond dat de school er zonder meer op moet kunnen vertrouwen, dat het invoeren/verwerken en de totstandkoming van de cijfers op een correcte en zorgvuldige wijze geschiedt. Daarvan is echter geen sprake geweest. Het handelen werd als ‘uiterst onzorgvuldig en onaanvaardbaar’ beschouwd.

Verder stelde de rechter vast dat de school binnen bekwame tijd nadat zij het aan verweten handelen heeft vastgesteld, de leerkracht met onmiddellijke ingang heeft ontslagen. Al het vorenstaande betekende dat naar het oordeel van de kantonrechter sprake is van een terecht gegeven ontslag op staande voet.: ‘Nu sprake is van een terecht gegeven ontslag op staande voet, is vanzelfsprekend geen sprake van een kennelijk onredelijk ontslag of van een onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst’.

De vordering van de leerkracht tot loondoorbetaling en schadevergoeding werd afgewezen.

Call Now Button