Advocaat bestuurlijke boete Amsterdam
Onze advocaat bestuursrecht in Amsterdam geeft juridisch advies over de bestuurlijke boete. Op 26 september 2018 heeft de hoogste bestuursrechter uitspraak gedaan over een bestuurlijke boete die is opgelegd aan een kinderdagverblijf. De Raad van State was in deze zaak van oordeel dat de bestuurlijke boete, zoals bekend uit het bestuursrecht, terecht was opgelegd, omdat de houder van het kinderdagverblijf de bepalingen over de opvang in basisgroepen heeft overtreden. Dit heeft de houder gedaan door twee kinderen, in de ochtenduren, niet in hun eigen basisgroep op te vangen. Terwijl er wel een invalkracht aanwezig was.
Wat is een bestuurlijke boete?
De bestuurlijke boete is een bestuursrechtelijk sanctioneringsmiddel dat zonder tussenkomst van het Openbaar Ministerie of een rechter aan een particulier of een rechtspersoon, zoals een kinderdagverblijf, kan worden opgelegd door een daartoe bevoegde overheidsdienst, bijvoorbeeld het college van burgermeester en wethouders.
Algemene wet bestuursrecht bij kinderopvang en peuterspeelzalen
De boete is geregeld in titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Om een boete te kunnen toepassen in een wettelijk stelsel moet de bevoegdheid een boete op te leggen en de feiten waarvoor dit gebeurt worden aangewezen in dat wettelijke stelsel.
Wat speelde in deze zaak over een kinderdagverblijf?
Appelante is houder van een aantal kindercentra in de gemeente Amsterdam. Op 28 oktober 2014 heeft de GGD Amsterdam, een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd bij dat kinderdagverblijf. Op basis van dit rapport heeft het college aan appellante een bestuurlijke boete van € 2.650,00 opgelegd en een aanwijzing gegeven, beide wegens een overtreding inzake de bepalingen omtrent de opvang in stamgroepen.
Met het inspectierapport is aangetoond dat op 28 oktober 2014 van 9.15 uur tot 12.15 uur twee kinderen van de groep [groep A] zijn opgevangen in de groep [groep B], terwijl vanaf 9.15 uur een invalkracht aanwezig was. De reden van de samenvoeging was volgens de houder omdat er sprake was van een calamiteit. De groepsleidster moest onverhoopt weg vanwege familieomstandigheden.
Wat is het juridisch kader bij een bestuurlijke boete?
Artikel 5, eerste lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen
Ingevolge artikel 5 van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen vindt dagopvang in beginsel plaats in vaste groepen met vaste beroepskrachten in een vaste groepsruimte. Deze bepaling is uitgewerkt in artikel 5 van de Regeling.
Artikel 5 van de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen
Uit de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 5 van de Regeling (Stcrt. 2012, 10966 en Stcrt. 2012, 21891) valt af te leiden dat deze bepaling tot doel heeft om de emotionele veiligheid van de kinderen die worden opgevangen te waarborgen.
Wat waren de overwegingen van de Raad van State?
De Raad van State is van oordeel dat gelet op de omstandigheden een bestuurlijke boete is opgelegd die evenredig is aan de aard en ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid. Dat aan de overtreding een calamiteit is voorafgegaan, waarbij een beroepskracht wegens privéomstandigheden onverhoopt weg moest, maakt de opgelegde boete niet onevenredig. Nadat de invalkracht was gearriveerd bestond er volgens de Raad van State geen aanleiding meer om de kinderen in een andere groep op te vangen, hetgeen wel was gebeurd.
Conclusie over bestuurlijke boete
Voor de dagopvang is het belangrijk dat de opvang plaatsvindt in een vertrouwde eigen ruimte en met dezelfde groep kinderen en vaste beroepskrachten (Stcrt. 2012, 10966). Doordat de kinderen niet in hun eigen stamgroep werden opgevangen was hun emotionele veiligheid kennelijk in het geding. Geconstateerd is dat twee kinderen werden opgevangen in een andere stamgroep, met andere beroepskrachten. Dat de kinderen een deel van de ochtend hebben geslapen, wat daar ook van zij, maakte het voor de Raad van State niet anders. Waarom? Omdat gedurende de periode dat de kinderen niet sliepen hun emotionele veiligheid in het geding is geweest. De Raad van State heeft geen aanleiding gezien een lagere boete op te leggen dan volgens het Afwegingsmodel is aangewezen.
Contact met advocaat bestuurlijke boete Amsterdam
Bent u bijvoorbeeld houder/eigenaar van een kinderdagverblijf en heeft u vragen over bestuurlijke boete of deze uitspraak? Neem gerust contact met ons op en vraag naar onze bestuursrechtspecialiste, advocaat bestuurlijke boete in Amsterdam, mevrouw mr. Krystle Aaron-de Bies. Zij is te bereiken op: 020 – 522 1999.