Bank mag relatie niet opzeggen

avatar

Redelijkheid en billijkheid, zorgplicht

Rechtbank Rotterdam heeft op 27 februari 2013 bepaald dat een bank de relatie met een ondernemer niet zomaar mag opzeggen, ook als de Algemene voorwaarden dat toestaan.

De rechtbank overwoog dat ook de redelijkheid en billijkheid de rechtsverhouding beheerst. Bij de opzegging diende de Rabobank dan ook, mede gelet op de op haar rustende zorgplicht, rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van de cliënt. Dit beginsel is ook neergelegd in de algemene voorwaarden van Rabobank (artikel 2). Ook geldt dat Rabobank op haar bevoegdheid tot opzegging geen beroep kan doen voor zover dat in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn (HR 3 december 1999, NJ 2000, 120).

Redenen opzegging

Rabobank had aan de opzegging ten grondslag gelegd dat ‘veelvuldige’ wijzigingen hadden plaatsgevonden in de vennootschap, aandeelhouders en bestuurders zonder dat Rabobank daarin (op voorhand) was gekend. Tegen de bestuurder, die van de Rabobank de CDD-status ‘onacceptabel’ had gekregen, en zijn onderneming liep een strafrechtelijk onderzoek. Daarnaast is geconstateerd dat er sprake was van ongecontroleerde geldstromen op de bankrekeningen.

De rechtbank constateerde dat er slechts sprake is geweest van één aandelenoverdracht, en dat dit geen bijzondere opzeggingsgrond of inlichtingenplicht opleverde. Dat er strafrechtelijke stappen zijn genomen tegen de bestuurder was onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd. Verder was op geen enkele wijze aannemelijk geworden dat er sprake was van ongecontroleerde geldstromen, kasrondjes en gelden waarvan de herkomst niet kan worden herleid.

Belang

Dat het bedrijf inmiddels een andere bank had gevonden, deed daar niets aan af:

‘Volgens vaste jurisprudentie dient de rechter terughoudend te zijn met het afwijzen van een vordering op de grond dat er niet voldoende belang bestaat (HR 17 september 1993, NJ 1994, 118). In het onderhavige geval heeft [eisers] voldoende belang bij haar vordering de bankrelatie te continueren. Weliswaar bankiert [eisers] thans bij een andere bank, maar bankproducten zijn niet per definitie identiek aan elkaar. Bovendien is niet ondenkbaar dat een andere bank op enigerlei wijze, anders dan door het externe verwijzingsregister, kennis zal nemen van de opzegging door Rabobank en dat de desbetreffende bank hieraan gevolgen zal verbinden’.

Aldus werd de bank veroordeeld om de relatie voort te zetten, op verbeurte van een dwangsom.

Call Now Button