Ontslagaanvraag UWV afgewezen: passend werk te verwachten binnen 26 weken
In een door mr. Snijders behandelde zaak is een aanvraag voor een ontslagvergunning door het UWV afgewezen. Wat speelde er? In februari 2025 diende de werkgever een ontslagaanvraag in voor de cliënte van mr. Snijders, op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid. De werkgever concludeerde dat terugkeer van cliënte binnen 26 weken in het eigen (aangepaste) werk niet mogelijk was. Het UWV achtte het echter aannemelijk dat de cliënte binnen 26 weken kon herstellen voor het verrichten van haar eigen werk in aangepaste vorm.
Geen eigen werk of ander passend werk
De werkgever stelde dat de cliënte niet in staat was om haar eigen werk of ander passend werk te verrichten vanwege haar beperkingen. Dit werd ondersteund door het advies van de bedrijfsarts. De werkgever benadrukte dat de functie van de medewerker geen economische waarde meer had en niet was meegegroeid met de organisatorische veranderingen binnen de onderneming. De kerntaken van de functie waren overgenomen door andere functies binnen de onderneming en het moederbedrijf.
Daarnaast voerde de werkgever aan dat de re-integratiewerkzaamheden vanuit huis werden verricht en op tijden die de medewerker zelf indeelde. Ondanks herhaalde pogingen was het niet gelukt om haar 20 uur per week aan het werk te krijgen. De werkgever concludeerde dat terugkeer van cliënte binnen 26 weken in het eigen (aangepaste) werk niet mogelijk was.
Standpunt werknemer: advies bedrijfsarts
Mr. Snijders voerde namens de medewerker aan dat de functie niet enkel voor re-integratiedoeleinden bestond en dat zij gedurende haar re-integratie aangepast eigen werk had verricht in goed overleg met de werkgever en in lijn met de adviezen van de bedrijfsarts. De werknemer betwistte dat de functie was komen te vervallen en meende dat de werkgever geen zwaarwegende bedrijfseconomische of organisatorische redenen had aangevoerd. De cliënte werkte zeven uur per week vanuit huis en had aangestuurd op verdere uitbreiding van haar uren. Ze benadrukte dat eerdere adviezen van de bedrijfsarts verdere opbouw van de werkzaamheden aanraadden, aangezien zij goede stappen had gezet. Uit de WIA-beslissing bleek dat zij geschikt was om (deels) te werken.
Beoordeling UWV: terugkeren in het eigen werk binnen 26 weken
Het UWV beoordeelde of er een redelijke grond voor ontslag was en of herplaatsing niet mogelijk was. Het UWV vond aannemelijk dat de cliënte door ziekte of gebreken niet in staat was haar eigen werk te verrichten. De periode van het opzegverbod tijdens ziekte was voorbij. Het UWV achtte het echter aannemelijk dat onze cliënte binnen 26 weken kon herstellen voor het verrichten van haar eigen werk in aangepaste vorm. Er was daarom geen redelijke grond voor het ontslag van cliënte. Het UWV weigerde de werkgever toestemming om de arbeidsovereenkomst op te zeggen:
“Hoewel de bedrijfsarts op 4 februari 2025 heeft geoordeeld dat werknemer binnen 26 weken vanaf 26 februari 2025 niet kan terugkeren in het eigen werk en het eigen werk in aangepaste vorm, blijkt echter uit het arbeidsdeskundig rapport beoordeling WIA van 19 maart 2025 dat werknemer momenteel acht uur per week werkt in eigen aangepast werk. Dit wordt ook door beide partijen erkend. Hierdoor wordt niet voldaan aan punt 3 van het toetsingskader. (…) Het gegeven dat werknemer (nog) niet in staat is om 20 uur per week in het eigen aangepast werk te werken, betekent niet dat werknemer niet binnen 26 weken kan terugkeren in het eigen aangepaste werk.”
Contact met advocaat ontslagrecht in Amsterdam over ontslag via het UWV
Voor juridisch advies over ontslag via het UWV kunt u contact opnemen met onze gespecialiseerde advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht in Amsterdam.