Kan een werknemer een vaste aanstelling afdwingen? In dit artikel bespreekt onze arbeidsrecht advocaat uit Amsterdam mr. Paul Snijders een nieuwe, interessante uitspraak van de rechtbank. Een werkneemster mocht in deze rechtszaak, door alles wat haar medegedeeld is, er terecht op vertrouwen dat zij recht had op een vaste aanstelling. De werkgever werd verplicht om haar vast in dienst te nemen.
Van uitzendkracht naar vaste medewerker
Mevrouw werkte sinds mei 2018 als uitzendkracht voor de Belastingdienst. Al tijdens haar werkzaamheden als uitzendkracht mocht mevrouw minder uren gaan werken dan zij in eerste instantie had afgesproken in verband met haar gezondheid. Begin juli 2020 plaatste de Belastingdienst veel vacatures voor dezelfde functie als die van de uitzendkracht. Op 6 juli 2020 solliciteerde de vrouw voor de vaste functie, dan zou zij nu namelijk direct in dienst zijn bij de Belastingdienst. Op 9 juli 2020 werd er aan de vacature toegevoegd dat de functie voor minimaal 20 uur was. Vervolgens gaf de vrouw aan dat zij nog steeds de baan wilde hebben, maar het liefst voor 16 uren, hetgeen zij nu ook werkte voor de belastingdienst. Indien dit niet mogelijk was zou zij ook akkoord gaan met de gevraagde 20 uren.
Tijdens de sollicitatieprocedure kreeg zij alleen maar positief nieuws:
– er zouden geen belemmeringen zijn voor een vast contract;
– zij werd gefeliciteerd want haar diploma was goed gekeurd en;
– er zouden geen contactperikelen meer zijn waardoor zij gefeliciteerd kon worden met haar vaste aanstelling.
Geen vertrouwen in een dienstverband
Niet veel later kreeg de vrouw te horen dat er geen vertrouwen was in een dienstverband met haar omdat zij dus niet aan het maximaal aantal uren kwam. Hier was de vrouw het niet mee eens en stapte met haar arbeidsrecht advocaat naar de rechter. Hieronder zal onze arbeidsrecht advocaat uitleggen wat de rechter vond van deze casus.
Gerechtvaardigd vertrouwd op verklaring leidinggevende over vaste aanstelling
De advocaat van de Belastingdienst gaf in verweer onder andere aan dat de persoon die de vrouw het goede nieuws vertelde, haar leidinggevende, niet bevoegd was om dat te doen en dat de vrouw dit had kunnen weten. In dit verweer ging de rechtbank niet mee. In de berichten aan de vrouw was te lezen dat de leidinggevende in overleg was geweest met zijn meerdere. Hieruit mocht de vrouw aannemen dat het managementteam het eens was met de berichten die gestuurd werden aan haar.
Daarnaast telde het voor de arbeidsrechter ook mee dat in de eerste vacaturetekst niet het maximum aantal uren van 20 was opgenomen en dat er vervolgens door de vrouw is aangegeven dat zij bereid was de gevraagde 20 uren te werken als dat moest. Daarna is er nooit meer aan de vrouw aangegeven dat dat misschien een struikelpunt zou zijn. Het enige dat de vrouw te horen kreeg was dat als formaliteit haar diploma’s gecheckt moesten worden.
Dit alles heeft ervoor gezorgd dat de kantonrechter van oordeel was dat er bij de vrouw het gerechtvaardigde vertrouwen is gewekt dat zij een vaste aanstelling zou krijgen per 1 december 2020.
Werkgever moet arbeidsovereenkomst aanbieden voor onbepaalde tijd
De rechter veroordeelde de Belastingdienst dan ook om de vrouw een arbeidsovereenkomst aan te bieden voor onbepaalde tijd.
Vragen over een vast contract?
Heeft u naar aanleiding van bovenstaande artikel, als werkgever of werknemer, vragen gekregen over mededelingen die gedaan zijn over een vaste aanstelling of vast contract? Of heeft u andere vragen over het arbeidsrecht? Dan kunt u gerust contact opnemen met ons kantoor voor een arbeidsrecht advocaat uit Amsterdam.
