Ontslag bankmedewerker Amsterdam

avatar

Advocaat ontslag en geheimhoudingsverklaring AmsterdamOntslag bankmedewerker bij bank en geheimhoudingsovereenkomst

Als advocaat arbeidsrecht in Amsterdam adviseren wij werkgevers en werknemers van een bank o.a. bij problemen met ontslag en geheimhoudingsverklaring. Mag een ex-werkgever na ontslag ondanks een geheimhoudingsovereenkomst uit eigener beweging contact op nemen met de nieuwe werkgever en zich negatief uit laten over een bankmedewerker of is dat onbetamelijk? Rechtbank Oost-Brabant heeft op 13 november 2013 bepaald dat een bank, die een medewerker bij de bank op staande voet heeft ontslagen, maar verklaard heeft geen informatie over het ontslag van de medewerker bij de bank te zullen verstrekken, onrechtmatig handelt als de toezichthouder van de nieuwe werkgever door de bank over het gegeven ontslag wordt geïnformeerd. De werknemer was in 2011 op staande voet door de bank ontslagen nadat er naar hem een compliance onderzoek was uitgevoerd.

Geheimhouding bij ontslag bankmedewerker

Na het ontslag voerde de advocaat van de werkgever een procedure tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Tijdens de behandeling van het voorwaardelijk ontbindingsverzoek had de toenmalige advocaat van de ex-werkgever verklaard: ‘Op het moment dat de Rabobank nogmaals schriftelijk om nadere informatie vraagt, zal de Rabobank naar de werknemer worden verwezen en men zal de Rabobank wijzen op de eerdere brief die al naar de Rabobank is verzonden aangaande de informatie over de functie uitoefening, en de lengte van het dienstverband’.

De arbeidsovereenkomst werd op verzoek van de advocaat voorwaardelijk ontbonden, onder toekenning van een ontslagvergoeding aan de werknemer van € 110.000,- bruto.

Sollicitatie: informatie over de betrouwbaarheid van bankmedewerker

Na zijn ontslag heeft de bankwerknemer bij een andere bank, de Rabobank gesolliciteerd. In verband met deze sollicitatie heeft Rabobank aan de ex-werkgever informatie over de betrouwbaarheid van de werknemer gevraagd. De ex-werkgever antwoordde daarop dat:

  • de medewerker bij de bank op staande voet was ontslagen
  • en de vernietigbaarheid van dit ontslag ingeroepen.
  • Voor een verdere toelichting verwijzen wij u graag naar de werknemer zelf.

Toezichthouder

De Nederlandse Bank heeft Rabobank Nederland belast met de rol van toezichthouder. De ex-werkgever heeft aan de Directeur Toezicht van Rabobank Nederland, met een beroep op ‘de Algemene Gedragscode, de Wet financieel toezicht en besluiten die daaruit voortvloeien’ medegedeeld dat bij Rabobank een (ex-) werknemer werkzaam was, dat deze op staande voet was ontslagen vanwege onacceptabele gedragingen en dat er daarover een bodemprocedure liep bij de kantonrechter. Ook werd later de ontbindingsbeschikking opgestuurd. De Directeur Toezicht van Rabobank Nederland heeft de Rabobank geadviseerd afscheid te nemen van de werknemer.

Opzegging arbeidscontract

Daarop is de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd opgezegd, waarbij aan de werknemer een beëindigingsvergoeding van € 55.000,- is toegekend.

Bodemprocedure door medewerker bij de bank: nietig ontslag

In een bodemprocedure bij de kantonrechter te ’s-Hertogenbosch heeft de advocaat van de bankmedewerker gevorderd dat het ontslag op staande voet nietig is en heeft aanspraak gemaakt op betaling van loon en nakoming van verplichtingen uit de pensioenregeling. Deze vorderingen zijn toegewezen. In hoger beroep is het vonnis vernietigd en zijn de vorderingen van de bankmedewerker alsnog afgewezen.

Onrechtmatige daad of strijd met goed werkgeverschap

In de volgende procedure vorderde de advocaat van de bankmedewerker een verklaring voor recht dat zijn ex-werkgever tekort is geschoten in de geheimhoudingsovereenkomst, althans heeft gehandeld in strijd met artikel 7:611 BW, althans jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld door eind september 2011 uit eigener beweging contact op te nemen de Directeur Toezicht van Rabobank Nederland en zich tegenover Rabobank negatief uit te laten. Als schade werd € 745.936,51 gevorderd en € 25.000,- aan immateriële schade.

De rechtbank overwoog dat hetgeen ter zitting aan de orde was gekomen geen (geheimhoudings)overeenkomst oplevert.

Dat de ontbindingsbeschikking aan de Rabobank was toegezonden werd niet in strijd met goed werkgeverschap geacht, omdat er geen andere informatie over medewerker bij de bank was verstrekt dan de werknemer zelf al had gedaan.

Het verstrekken van deze gegevens over de medewerker bij de bank werd evenmin is strijd geacht met de wet Bescherming Persoonsgegevens.

Mededeling op staande voet ontslagen

Voor wat betreft het doen van de mededeling aan Rabobank Nederland dat bij Rabobank een (ex-) werknemer werkzaam was, dat men deze (ex-) bankmedewerker op staande voet had ontslagen vanwege onacceptabele gedragingen en dat er daarover een bodemprocedure liep bij de kantonrechter, geldt volgens de rechtbank dat het ‘niet onwaarschijnlijk was dat deze mededelingen gevolgen zouden kunnen hebben voor het dienstverband van de werknemer bij Rabobank, in die zin dat Rabobank zou afzien van het aangaan dan wel voortzetten van het dienstverband met de werknemer’.

Gevolgen ontslag voorzienbaar

‘Het was voorzienbaar dat Rabobank Nederland naar aanleiding van de mededelingen van Van [gedaagde] navraag over de werknemer zou doen bij Rabobank en zich met Rabobank zou verstaan over het al dan niet in dienst nemen of houden van de werknemer. De gevolgen daarvan zouden voor de werknemer verstrekkend en schadelijk kunnen zijn. Uit de interne en externe regelgeving waarop Van [gedaagde] zich heeft beroepen volgt niet dat zij gehouden was haar eigen toezichthouder in kennis te stellen van het feit dat de werknemer bij Rabobank in dienst zou treden en evenmin volgt daaruit dat Van [gedaagde], al dan niet op verzoek van haar toezichthouder, gehouden was aan Rabobank Nederland te melden dat de werknemer als zijnde een bij haar op staande voet ontslagen werknemer in dienst ging treden bij Rabobank’.

Omdat van een verzoek van AFM of een rechterlijk bevel geen sprake was, werd de ex-werkgever geacht te hebben gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die zij tegenover de bankmedewerker in acht had te nemen.

Bewijsopdracht: arbeidsovereenkomst voor medewerker bij de bank beëindigd door mededeling over ontslag

Dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst zonder de inmenging van Rabobank Nederland niet zou hebben plaatsgevonden kan volgens de rechtbank echter niet zonder meer worden aangenomen:

Het ligt volgens de rechtbank op de weg van de bankmedewerker om aan te tonen dat Rabobank de arbeidsovereenkomst met hem heeft beëindigd als gevolg van de inmenging in zijn dienstverband met Rabobank.

Zodoende werd de bankmedewerker opgedragen te bewijzen dat zijn dienstverband met Rabobank is beëindigd als gevolg van de mededeling aan Rabobank Nederland, en dat Rabobank zijn dienstverband met de werknemer na afloop van de arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar zou hebben voortgezet tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van de medewerker bij de bank.

Conclusie: lastig bewijs voor bankmedewerker

Of de bankmedewerker veel is opschoten met deze uitspraak is onzeker. Weliswaar staat vast dat zijn ex-werkgever onbetamelijk heeft gehandeld door het doen van (onverplichte) mededelingen aan de toezichthouder, maar het is de vraag of hij zal kunnen bewijzen dat hij zijn contract voor bepaalde tijd zou hebben uitgediend en dat de Rabobank hem vervolgens een contract voor onbepaalde tijd zou hebben aangeboden tot aan zijn pensioen. Daar ligt het grootste deel van de gevorderde schade voor de medewerker bij de bank.

Contact met advocaat bankmedewerker in Amsterdam

Voor juridisch advies en vragen over ontslag en geheimhoudingsverklaring bij bankmedewerkers kunt u contact opnemen met onze ervaren advocaat arbeidsrecht in Amsterdam.

Call Now Button